Op het kastje staan twee foto’s. Twee oude mannen kijken me aan. Dat doen ze al sedert 1972. Toen keek de jongste voor de laatste keer. Sindsdien kijkt hij me onbewogen toe. De andere foto is minstens twintig jaar ouder en kijkt dus al meer dan zestig jaar voor zich uit. Hij kijkt over zijn schouder, geposeerd, filmstergewijs. En zoals bij filmsterren wordt hij hierdoor minder benaderbaar. De andere kijkt met de deemoed die hem kenmerkte.
Het zijn mijn grootvaders en ik heb slechts één gekend tijdens mijn eerste zes levensjaren. Sindsdien ben ik grootvaderloos. Is het omdat ze er niet zijn, dat ik naar ze kijk? En dat ik hun foto’s op mijn kast heb staan. Waar kijk ik naar? Naar een betekenis die hun beeld gekregen heeft? Een foto is gewoon een foto. Een weergave van wat werkelijk was. Een illustratie van de wereld die gebeurd is. Een foto krijgt betekenis als die werkelijkheid van toen, je handelen vandaag beïnvloedt.
De zo gekende violen van John Williams’ thema van de film Schindler’s list herinneren mij niet aan het kleine meisje met de rode jas uit de film. De melodie is onlosmakelijk verbonden met het ogenblik dat ik vernam dat de vrouw van één van de bovengenoemde mannen overleden was. De violen hebben een betekenis gekregen, anders dan waarvoor ze bedoeld waren. Een salontafel, die je vandaag met wat goede wil vintage zou kunnen noemen, staat nog steeds in mijn huis omdat één van die mannen ze heeft gemaakt. De tafel heeft een betekenis die verborgen zit achter haar functie. Een betekenis die ik alleen ken.
Het valt me op dat de betekenis van iets zich pas laat zien als de functie niet nodig is. Ik zit zonder reden in de kamer bij de tafel die geen rol te vervullen heeft. De tafel is leeg. Haar betekenis komt tevoorschijn zodra de tijd met nutteloosheid wordt gevuld. Nutteloosheid. Tijd loos van nut. Ze brengt betekenis voort. Inhoud. De foto, de muziek en de tafel veranderen de rivier die door de steen in de rivier is veranderd. En zo blijft de steen de rivier veranderen, ook al heeft het water de steen geduldig tot zandkorrels vermalen. Het is de troost voor wie achterblijft met natte voeten.
In de tuin staat de appelboom die een jaar geleden, zoals dat gaat, toevallig de hoofdrol kreeg in een verhaal. De appelboom is het meisje dat toen ook voor de laatste keer keek. Het meisje wou een appelboom. Het meisje in de appelboom geeft mij energie zoals de foto en de tafel. Maar alleen als ik geen appel wil eten. Dan vertelt de boom het verhaal van het meisje. En dat verhaal moet verteld worden. Naar bomen kan je best luisteren. Dat zei een van de mannen op de foto.