Schaduwloos

In het verleden van de toekomst die nog moest gebeuren; had ze stil gelegen. De toekomst zou zich nog voltrekken – dat was een zekerheid – maar was nog niet aan de orde. De toekomst zou daarenboven bewerkelijken wat ze als een visioen had gezien. Maar het visioen was nu nog een mist, een waas zoals deze altijd voorafgaat aan een voorspelling. Rond orakels hangen hallucinogene dampen. De roes voor de helderheid.

Voor de roes kwam de verwarring en met de verwarring kwam de weerstand. Ze zou haar grenzen verleggen. Het was een onuitgesproken verwachting van beiden, een niet afgesproken afspraak. Een afspraak zonder spraak. Ze zouden grenzen verleggen. Of liever overschrijden. Dat voelde minder agressief aan. Je grens verleggen neigt naar imperialisme, ze overschrijden eerder naar avontuur of in het meest banale geval, nieuwsgierigheid. En ze was nieuwsgierig. Maar niet banaal. Onbewust draaiden haar hersenen overuren. Ze dacht na, maakte zich bedenkingen, overwoog keuzes en opties. Opties die als dominostenen naast elkaar stonden en waarbij je bij het nemen van de ene alle andere ongecontroleerd één na een omgooit. Dit denken toonde wat kon als een onbeheersbaar risico.

Hij zag hoe ze onzichtbaar dacht. Eerder dan vragen,” waar denk je aan?”, zei hij, “je handelde altijd vanuit een plezier, hou dat uitgangspunt vast.” De toekomst kan voortkomen uit het plezier dat als het je overkomt, je geeft. Het plezier dat je zelfs al ervaart voor je begint.

Langzaam kwamen de beelden van die fijne momenten terug. Hoe ze ongedwongen de kleuren koos die haar aanspraken, wars van wat als juist geboekstaafd stond. Hoe ze daarmee haar penselen over haar doeken liet dansen, of eerder doortastend strelen. Zo ging ze tewerk. Althans dat was zijn beeld van haar energie. Wachten, twijfelen, handelen en in een beweging geraken. Ze dacht na over haar werken en kreeg het gevoel terug van hoe ze tot stand waren gekomen. Die emotie ontspande haar. Ongemerkt overschreed ze een grens. Ze liet zich tegen hem aanleunen en ze voelde zo voor het eerst de vorm en de temperatuur van zijn lichaam. Het verraste haar hoe deze zintuigen haar historische observaties aanvulden. Ze kende hem al lang. Hoe hij eruit zag wist ze dus. Maar niet hoe hij aanvoelde. Met het plezier van het schilderen voelde ze hoe hij haar neervlijen gracieus beantwoorde. Zacht sloeg hij zijn arm om haar en zo luisterden ze geruime tijd naar elkaars ademhaling. De temperaturen mengden zich zoals hun gedachten tot één geheel. Ze dachten hetzelfde. Ze voelden verschillend gelijk.

Hoewel ze beiden van woorden hielden, waren ze hier overbodig en werden ook niet gemist. De stralen van de zon vielen egaal op hen door een wit gordijn. Het licht verzadigde elke holte van en tussen hen, alsof het speelveld werd gelijkgetrokken. Schaduwloos lagen ze samen te wachten op wat de toekomst bracht in de mooiste schoonheid van nu. Was dit dan  nieuw?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *