De poort naar de toekomst

Dit verhaal is gebaseerd op een réunie van 139 POL van de Koninklijke Militaire School waartoe ik ook even behoorde. Veertig jaar na aantreden tot de KMS kwamen studenten opnieuw samen op de school. Aangezien onze opleiding tweetalig was, is dit verhaal dan ook in twee talen gepubliceerd, weliswaar via een automatische vertaling en niet comme on faisait souvent onder ons, in bilinge-zinnen geschreven.

 

De poort van de toekomst

Niemand wist dat vanaf die dag alles anders zou zijn. Niemand wist wat zou komen. Dat is op zich heel normaal. De toekomst is altijd  onbekend. Of is onbestaand een juister woord? Morgen bestaat vandaag nog niet. En dat was ook zo op die late zomerdag in 1984. Met zevenenzestig stonden ze aan de poort naar de toekomst. Ze hadden amper door dat als ze daardoor heen stapten, niets meer hetzelfde zou zijn. Ze zouden nog terugkomen. Maar anders. Niet meer zoals ze vertrokken. Gevormd, veranderd en toch dezelfden.

Dat stelden ze veertig jaar later vast. De dag dat alles veranderde lag lang achter hen. Een hele reis was afgelegd. Meer dan een half leven geleefd. Zevenenzestig reizen, allemaal met hetzelfde startpunt, hetzelfde kompas – daar hadden ze mee leren werken, zelfs dezelfde botinnes maar allemaal een andere unieke route.  Nu een groot deel van de weg was afgelegd keken ze samen terug. Ze ontmoetten elkaar opnieuw aan de poort naar de toekomst. Ze stond er nog, die poort. Wat er achter lag, was nieuw en toch herkenbaar. Het karakteristieke was overeind gebleven. De kern van waar ze in geloofden onveranderd. De waarden, de beleving, hetgeen hen verbond. Dat voelden ze. De ontmoetingen hartelijk en warm. Alsof het gisteren was. Je zag het in de handdruk, in de ogen, een glinstering die meer vertelde dan woorden konden beschrijven. Er was aandacht, voor elkaar, voor de reis die ze hadden afgelegd en voor het instituut waar ze trots op waren. Gepast en oprecht respect, maar met de kwinkslag die hen ook kenmerkte. Een grap was nooit veraf. Zelfs na veertig jaar waren de jongens nog altijd kwajongens. De luidruchtige, de schuchtere, de ernstige, de stoere, de telaatkomer. Zekerheden van het leven.

Bloemen werden gelegd. Ze luisterden ook naar diegenen die niet meer konden spreken.

De dag gaf hen elkaar als geschenk. De tijd die ze deelden werd energie die vermenigvuldigd werd. Voor de fysici een moeilijk te vatten verschijnsel. Maar er was gelukkig een expert bij die hen hielp. Ook hij was de beste versie van de herinnering.

Ze beloofden plechtig dat ze opnieuw elkaar een dag zouden schenken, om de herinnering te vieren aan de dag dat ze samen hun leven zagen veranderen. Later. De poort van de toekomst ging dicht. Ze staken de sleutel veilig op zak. De wegen scheidden opnieuw, de nieuwe rit naar morgen was al begonnen.

 

La Porte vers l’Avenir

(Traduit par ChatGPT)

Personne ne savait qu’à partir de ce jour, tout serait différent. Personne ne savait ce qui allait venir. Ce qui est, en soi, tout à fait normal. L’avenir est toujours inconnu. Ou peut-être le mot « inexistant » est-il plus juste ? Demain n’existe pas encore aujourd’hui. Et c’était également le cas en cette fin d’été 1984. À soixante-sept, ils se tenaient devant la porte vers l’avenir. Ils n’avaient guère conscience qu’en franchissant ce seuil, rien ne serait plus jamais pareil. Ils reviendraient, certes. Mais différents. Plus jamais comme avant. Transformés, changés, et pourtant les mêmes.

C’est ce qu’ils réalisèrent quarante ans plus tard. Le jour où tout avait changé était loin derrière eux. Un long voyage avait été accompli. Plus de la moitié d’une vie vécue. Soixante-sept voyages, tous avec le même point de départ, la même boussole – avec laquelle ils avaient appris à naviguer – et les mêmes bottes, mais chacun avec une route unique. Maintenant qu’une grande partie du chemin était parcourue, ils regardaient ensemble en arrière. Ils se retrouvèrent à nouveau devant la porte versl’avenir. Elle était toujours là, cette porte. Ce qui se trouvait derrière était nouveau et pourtant familier. L’essence était restée intacte. Le cœur de leurs croyances, inchangé. Les valeurs, les expériences, ce qui les liait. Ils le ressentaient. Les retrouvailles étaient chaleureuses et sincères. Comme si c’était hier. Cela se voyait dans les poignées de main, dans les regards, une lueur qui en disait plus que les mots ne pourraient jamais décrire. Il y avait de l’attention, les uns pour les autres, pour le voyage qu’ils avaient entrepris et pour l’institution dont ils étaient fiers. Un respect juste et sincère, mais avec ce trait d’humour qui les caractérisait également. Une plaisanterie n’était jamais loin. Même après quarante ans, les garçons étaient toujours des gamins espiègles. Le bruyant, le timide, le sérieux, le fort, le retardataire. Des certitudes de la vie.

Des fleurs furent déposées. Ils écoutèrent aussi ceux qui ne pouvaient plus parler.

La journée leur offrit à nouveau le cadeau d’être ensemble. Le temps partagé se transforma en une énergie démultipliée. Pour les physiciens, un phénomène difficile à appréhender. Mais heureusement, un expert était là pour les aider. Lui aussi était la meilleure version du souvenir.

Ils se promirent solennellement de s’offrir encore une journée, pour célébrer le souvenir du jour où leur vie avait changé ensemble. Plus tard… La porte de l’avenir se referma. Ils rangèrent la clé en sécurité dans leurs poches. Les chemins se séparèrent de nouveau, la nouvelle marche vers demain avait déjà commencé.

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *