De twijfel over het schrijven van de dagboekbijdrages blijft hangen, in het bijzonder omwille van de lezersrelevantie van het dagdagelijkse. En dus verschijnen er maar af en toe gedocumenteerde dagen, dagen waarop ik, zoals ik bij de aanvang van deze reeks schreef, vind dat er iets bijzonders is gebeurd. Een dagboek is bij uitstek gericht aan de schrijver, dat lijk ik vaak te vergeten, geconditioneerd zoals ik ben in efficiënte communicatie.
Wat is dan zo bijzonder aan 14 juni en waarom is een stad de titel van de bijdrage? Ik vertel het verhaal in twee stappen.
Alles begon toen ik vorige week zondag als vaderdaggeschenk het Oeuvreboek van Boudewijn de Groot cadeau kreeg. Cadeau is niet helemaal correct, want het geschenk betrof een boek waarvan ik mijn gezin had ingelicht dat ik dit wel graag zou krijgen. Hiermee overtrad ik mijn eigen regel aangaande geschenken: geschenken zijn dingen die je krijgt, die je niet had verwacht (of gehoopt) en die je een verrassende vreugde geven. Laat ik als verzachtende omstandigheid inroepen dat het boek me alsnog verraste, al was het maar omdat het ding behoorlijk dik en groot is. En mooi uitgegeven. Het was lang geleden dat ik een boek, zijn edele rol als communicatiemedium waardig, ontving.
Het oeuvreboek bleek een van de beste geschenken die ik afgelopen jaren mocht ontvangen. Elk onbewaakt en bewaakt moment zit ik erin te lezen. Je moet weten dat Boudewijn de Groot één van die muzikanten is die tot mijn tot vijf aller tijden behoort. Ik leerde zijn platen kennen via een een oom, net geen hippie meer, die het album “Voor de overlevenden” had, zowat de eerste plaat de naam waardig van de Groot. Ik leerde alle teksten van buiten (en ken ze nog). Later kocht ik met mijn eigen spaarcenten in een lokale supermarkt “De Eenzame Fietser”, ik schreef hier al eerder over in mijn verhalen. Op de Eenzame Fietser staat de eerste gitaarsolo die mij echt opviel en die vond ik bijzonder cool. Ik draaide Terug van Weggeweest dan ook loeihard in mijn kamer. Een soort Folk op steroïden, heel ver van de vele vormen van rock die ik nog moest ontdekken. Later volgde Van een Afstand, de meest geschikte soundtrack voor een tiener die zich in de zomer opsluit in de caravan zijn ouders, worstelend met onbereikbare liefdes. Ik schreef de liedjesteksten allemaal uit in een Quarto ruitjesschrift. Het woord lyric moest nog uitgevonden worden. En nu ontdek ik het verhaal achter al die langspeelplaten, verteld door componist van al die muziek.
Dit allemaal is een inleiding om het over Leuven te hebben omdat ik het nummer Berlijn ontdek in het boek. Het kan soms verwarrend zijn. Berlijn gaat over een plek die bijzonder was voor de vader van Lennaert Nijgh, de vaste tekstschrijver van Boudewijn de Groot. Bij het beluisteren van de plaat moet in onherroepelijk aan Leuven denken, de plek die tegen wil en dank een bijzondere plek in mijn leven heeft. Ik hou niet echt van Leuven, voelde me er nooit thuis, maar het is de stad die mijn professioneel leven grotendeels heeft bepaald. Ik kwam er terecht omdat ik ooit solliciteerde voor een job waar je een auto bij kreeg, toen een uitzondering. Het bedrijf lag in Haasrode, in mijn beleving ergens bij Aalst. Ik ontdekte de dag van mijn sollicitatie dat Haasrode voorbij Leuven lag. Door die job ontwikkelde ik een netwerk van mensen die uiteindelijk zou uitmonden in mijn eerste eigen bedrijf, met zetel in Leuven – ik woon aan de rand van de Vlaamse Ardennen – een heel eind weg dus. Ik zou een periode gekenmerkt worden als een pionier in het softwaretesten (mijn bedrijf) en hiervoor letterlijk wereldwijde erkenning krijgen. Ik verzeilde even in Australië hierdoor. En vandaag bevindt één van mijn meest dierbare vriendschappen zich aan de rand van Leuven. Ik rij er straks trouwens nog eens naartoe.
Dus mijn Berlijn is Leuven, de stad waar ik niet wil zijn, maar die voor een groot stuk bepaald heeft wat er zich in mijn leven heeft afgespeeld. Ik laat u dus in deze bijdrage ook eens kennismaken met dit nummer van Boudewijn de Groot. Het is een nummer dat je misschien niet verwacht van hem. Het heeft volgens het oeuvreboek tweeëntwintig akkoordenwissels. Ook dat is kenmerkend voor mijn curriculum. Ik ben het zeker dat ik nog steeds niet aan mijn laatste akkoordenwissel ben gekomen. Zelfs vandaag vraag ik mij af welke strofe er op mij af komt en in welke toonaard het zich zal aandienen. Ik verwacht dus dat Boudewijn nog even de soundtrack van mijn wandelweg zal verzorgen. Berlijn dus, misschien brengt het bij u een herinnering naar boven van die plek die onverwacht en ongepland zoveel invloed heeft gehad op uw leven.