Dagboek

Het was een mooie dag. Dat vond hij. Dat schreef hij op. De eerste regel van de notitie in zijn dagboek: het was een mooie dag.

Ze was nochtans bezaaid met spijkers op laag water. Discussie en weerwoord. Over gelijk hebben en gelijk krijgen en de onoverbrugbare kloof daartussen. Hij wou het krijgen maar ze gaf het niet. Wat ben je met wat je hebt als niemand het wilt. Eenzaamheid is de prijs die je betaalt voor je gelijk.

Hij was moe. Voor hem stond een glas jenever. Goudkleurig zoals hij ze graag dronk. Het dagboek maagdelijk leeg. Zou hij de discussie neerpennen. Hij besloot van niet. Het verslag van het verschil was de moeite van de letters niet waard. Maar hoe mooi was het slot van de dag. Het moment waarbij ze zich allebei verontschuldigden. Spontaan. Zonder obligate woorden maar een blik aan het einde van de discussie. Een blik waarachter je plots de werkelijkheid ziet. Het onbelang van het verschil. En de waarde ervan. De waarde om erom te geven. Om te geven om van mening te verschillen. Omdat je het belangrijk vindt. Omdat je haar belangrijk vindt. Omdat je ze je niet onverschillig laat. Omdat je van haar houdt.

Hij noteerde: “het moment dat de schoonheid van de mens zich laat zien, als die zonnestralen die op onweersdagen de zwarte wolken zo adembenemend maken. Sorry zeggen. Omdat ze anderen ongelukkig hebben gemaakt.”

De kracht van de ingetogen verontschuldiging. De schoonheid van het herstel. Het opnieuw verbinden, het reiken van de hand. Ongeacht het gelijk.. De dag van het ont-schuldigen.
Hij sloeg de bladzijde om en morgen zou een nieuwe dag beginnen. Met een maagdelijk wit blad waar alles opnieuw mogelijk was. Hij keek op en zag met geruststelling de hele wereld in haar ogen. Zacht avondlicht scheen op haar gezicht en toonde het mooiste gelaat. Ze ontving zijn streling op haar arm. Prelude op wat komen zou.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *