Longitude

Dit verhaaltje is gebaseerd op een mening.

Sarah en Kareltje speelden samen voor de deur van het huis van Sarah op straat. In de zon. Je kon op de straat voor de deur van Sarah spelen, want in die straat mochten geen auto’s rijden. Kareltje kwam dus vaak in de straat van Sarah spelen. Hij reed er heel hard met zijn go-cart. Hij was de beste racer van de straat, zo beweerde hij. Hij was ook de enige met een go-cart. Maar hij kon het echt heel goed. Hij had zelfs een helm. Die had hij gewonnen op de kermis. En hij had stevige gordels aan zijn zetel. Die had hij zelf gemaakt met de oude dassen van zijn papa. Met die gordels kon hij heel snel bochten maken zonder uit zijn stoel te vallen. Kareltje toonde zijn kunsten aan Sarah. En Sarah lachte vaak als ze Kareltje zo hard zag trappen. Ze vond dat ze het toch gemakkelijker had, met de Eekhoorn en de Poortwachter in de zon, op de stoep.

Op een dag kwam er een grote vrachtwagen de straat in gereden. Ze stopte recht voor de deur van Sarah. Sterke mannen stapten uit en maakten de deuren van de laadbak open. Ze haalden er allerlei spullen uit: een bed, een tafel, zelfs een televisie en een koelkast. Het ging allemaal in het huis aan de overkant. Sarah kreeg nieuwe buren.

De nieuwe buren kwamen met de auto. Die stopte achter de grote vrachtwagen. Een mevrouw en een meneer stapten uit de wagen. Op de achterbank zat een meisje met bruin haar. Naast haar zat een baby in zijn draagmand. De mevrouw en de meneer vertelden de sterke mannen waar al die spullen heen moesten. Sarah luisterde naar wat ze zeiden maar ze begreep er niets van. Ze spraken vreemde woorden met een vreemd accent. Sarah wuifde naar het meisje. Het meisje wuifde terug.

Na enige tijd opende de mevrouw de achterdeur van de auto en het meisje wipte eruit.

Sarah liep op haar af en zei: “Hallo.”

Het meisje lachte en zei: “Hello.”

Het leek net hetzelfde maar het klonk wel wat anders.

“Ik heet Sarah”, zei Sarah.

Het meisje keek vragend en zei niets.

De mevrouw, de mama van het meisje, kwam dichterbij en zei: “Hello, diet ies Pippa.”

Tegen het meisje zei ze: “She says that her name is Sarah. She wants to be your friend – Ze wil je vriendinnetje worden”.

Dat laatste had de mevrouw er maar bij verzonnen.

Pippa kwam van een ander land, Engeland en daar spreken ze Engels.

Kareltje kwam aangereden met zijn go-cart. Hij wou ook wel met dat vreemde meisje kennis maken.

“Wil je eens rijden?” vroeg Kareltje en hij wees naar zijn go-cart.

Pippa aarzelde maar knikte. Ze stapte in en ging rijden.

“STOP!”, riep Kareltje, “Je rijdt aan de verkeerde kant van de weg!”

Pippa schrok en remde heel hard. De tranen kwamen al in haar ogen.

“Don’t worry” hoorde Sarah de mama van Pippa zeggen.

“They drive on the other side” zei de mama. De mama draaide zich om en zei met haar heel vreemde accent: “bij ons rijdt iedereen aan de linkerkant van de weg. Daarom rijdt Pippa aan die kant.”

Kareltje geloofde het niet: “Dat kan niet! Iedereen weet dat je altijd mooi aan de rechterkant moet rijden.”

“Toch wel”, zei de mevrouw. Toen moest ze naar de sterke mannen en ze nam Pippa mee naar binnen.

“Ik geloof er niets van”, zei Kareltje nog, “iedereen rijdt rechts.”

Hij ging naast Sarah zitten die ondertussen al druk in de weer was met haar poppen,, de Eekhoorn en de Poortwachter. Voor haar was het allemaal goed. In deze straat mochten toch geen auto’s rijden. Dus maakte het niet echt uit of je nu rechts of links reed. Je kon rijden waar je wou.

Kareltje vond het maar niets. De Poortwachter schoot wakker. Dat deed hij wel eens meer als er een probleem was.

“Karel!”, zei de Poortwachter, “wist je dat er meer dan 100 plekken zijn waar je met je go-cart links mag rijden? De Poortwachter nam zijn computer uit zijn tas en toonde aan Kareltje allerlei foto’s van straten waar de auto’s aan de ‘’verkeerde’’ kant reden. Er waren zelfs heel mooie racewagens bij. Rode.

Vanaf die dag wist Kareltje dat je met je go-cart soms rechts en soms links van de weg moest rijden. Heel af en toe zette Kareltje zijn helm op, deed hij zijn gordel aan, sprak enkele woorden die hij zelf niet begreep, maar ze klonken Engels, en reed aan de linkerkant van de weg.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *