Is het u ook al opgevallen dat er vele parallelle werelden zijn waarin wij ons bevinden? Parallel aan wat u doet, doet iemand anders…iets anders. Nu zal u zeggen dat dit nogal evident is, maar feit is dat u met veel mensen waarmee u nauw verbonden bent, denk hierbij aan familie, vrienden en zeker collega’s, zich in dezelfde wereld bevindt. U leeft met uw gezin, u werkt met uw collega’s en u communiceert dan ook dagelijks met hen over het reilen en zeilen van deze respectievelijke werelden. Op hetzelfde ogenblik doen mensen die u niet kent, net hetzelfde. U weet niet wat zich daar afspeelt. U staat daar niet echt bij stil omdat het niet echt belangrijk is en vooral omdat u deze mensen niet kent. U staat zelfs niet stil bij het feit dat in uw dorp of stad alleen al, al snel duizend mensen samen met u opstaan, hun tanden poetsen en ontbijten, net zoals u, maar dan toch anders. Maar maak nu heel even de korte denkoefening en vraag u af wat Leonardo Di Caprio gisteren deed terwijl u uw boodschappen deed. Of welke pyjama Barack Obama aantrok om te gaan slapen op het ogenblik dat u wakker werd. Dat is een echte parallelle wereld. U kent die mensen wel ergens van, maar staat niet stil bij wat ze echt dagelijks doen.
Ik schrok toen ik achter het stuur plaats nam van de camper die de komende week mijn thuis zou zijn voor de reis die ik met mijn vader zou aanvangen. Ik zette de radio aan en hoorde hoe een vluchteling zich had opgeblazen met een rugzak vol explosieven en metaal in de nabijheid van een muziekconcert. Hij vertegenwoordigde daarenboven het derde geval van zinloos geweld – bestaat er een andere soort? – in Duitsland in amper enkele weken. Ik was niet op de hoogte. Ik had het nieuws niet gevolgd. Zelfs niet het ontwrichtende wereldnieuws dat ons continue teistert! De reden? Ik was te druk bezig met het organiseren en voorbereiden van dit onverwachte reisproject. Ik had mezelf zo’n 72 uur van de wereld afgesloten om alles te doen wat nodig was om deze reis te kunnen aanvatten. En ik wist dus niet wat er met de wereld ondertussen was gebeurd. Was ik onverschillig geworden voor wat echt belangrijk was? Neen, uiteraard niet, maar de vaststelling dat ik het wereldgebeuren aan mij had laten voorbij gaan, deed me opnieuw stil staan bij de relevantie van wat ik had ondernomen. Ik zou 48 kleine tuinlichtjes gaan plaatsen ergens in Frankrijk en hierbij uitroepen dat ik de wereld wou verbeteren? Hoe verhoudt zich dit tot de vele ernstig werkende wereldleiders en hun bekwaam personeel om de wereldproblematiek het hoofd te bieden? 48 plastic tuinlichtjes die eigenlijk amper lichtgeven. Wat is de relevantie hiervan? Maak ik me niet belachelijk?
De romanticus vindt deze onderneming zeer relevant. Als iedereen zijn schouders onder de wereld zet, dan kunnen we ze optillen, zo denkt hij. Daar heb je Atlas niet voor nodig. Hij gelooft in het goede in de mens, ook klopt de wiskunde niet helemaal. De spierkracht van alle gezonde mensen op deze planeet kan echt de Aarde niet optillen. De cynicus vindt het maar niets. Al die energie die hieraan wordt gewijd, is energie die niet kan aangewend worden iets echt nuttigs te doen. De wereld, en bij uitbreiding het Universum, is een min of meer gesloten systeem zo weet u wel, waar de wetten van de thermodynamica van toepassing op zijn. Er is maar zoveel energie als in het universum aanwezig is en er gaat niets verloren. Als u dus uw boterham met veel aandacht smeert, dan is die aandacht niet meer beschikbaar om een sudoku-puzzle op te lossen.
Wie van beiden heeft het bij het rechte eind?
De cynicus heeft minstens de thermodynamica aan zijn kant en dit kan toch wel tellen. De romanticus steunt echter, zonder dat hij het evenwel beseft, want romantici doen niet zo graag aan theorie, op een heel ander principe: de wet van anti-entropie, aan mij uitgelegd door professor Ulrich Libbrecht. De mens en haar hele soort handelt anti-entropisch. In normale taal gezegd: de mens handelt tegennatuurlijk. Daar waar de natuur naar totale chaos neigt – denk aan uw tuin die u bij het aanvang van de lente even geen aandacht geeft en in een schitterende wildernis verandert – zo probeert de mens altijd en overal structuur in te brengen. Zeg nu niet meteen dat ik misschien uw partner of kinderen niet ken – structuur en orde is hen misschien ook vreemd. Dit bedoel ik niet. Ook uw zeer slordige partner, collega of kinderen, streven naar orde. Met orde bedoelen we dan dat ze, zelfs in hun wanorde, structuur hebben. Er is de rommelhoek in de woonkamer en er is nog een tweede rommelhoek, in de slaapkamer. En de rommel uit de slaapkamer wordt zelden in de woonkamer gelegd. Dat is structuur. De mens denkt na, analyseert en organiseert. De mens vindt de elektrische auto uit, nadat hij eerste het wiel had bedacht en een pak andere tussenliggende uitvindingen gaande van het smelten van ijzererts tot het bedenken van de verzekeringspolis die een zelfrijdende auto moet dekken.
Het is op dit principe van anti-entropie dat het hele project van de 48 kleine lampjes steunt. Slechts een mens is in staat om op het van de pot gerukte idee te komen om 48 lampjes over een afstand van 1.200 km met een tussenafstand van 25 km doorheen Frankrijk te zetten op één denkbeeldige rechte lijn. Een gemiddelde koe is daar niet toe in staat. Een bonobo ook niet. Een mens wel. Maar de 48 lampjes veroorzaken wel het een en ander. Een pak mensen glimlachen bij het observeren van dit idiote plan en laten er zelfs hun aardappelen voor op het vuur staan. Ze raadplegen met vaste regelmaat Facebook waar ze elk uur een nieuw lampje ontdekken ergens op een onbekende en vaak onbeduidende plek in het Franse landschap. Sommigen gaan nadenken, sommigen niet. Sommigen nemen zelf een foto van het lampje als er ze eentje vinden. En wie weet zal één van die ernstige wereldleiders zo aan een suggestie komen waar zijn medewerkers verder op kunnen werken. Het verhaal van de vlinder die flappert boven de Amazone en zo bij ons een orkaan veroorzaakt, weet u wel? Toch thermodynamica, hoor ik de cynicus al denken.
Een heel ingewikkeld betoog om u dus te vertellen dat ik, en ook mijn reisgenoot mijn vader, ons gesterkt voelen in onze onderneming, als we zien hoe u onze exploten volgt op het internet en hoe we dus volharden en morgen opnieuw een tiental lichtbakens, want zo noemen we onze tuinlichtjes graag, zullen uitzetten.
Morgen vertel ik echt iets over onze reis, beloofd, maar dit moest er toch even uit. Dank om ons te volgen.