Hij: de lucht die ze inademt

De krant vertelt zijn gedachten. Hoe geliefden onbereikbaar bleven. Ze waren niet alleen. Het orgaan dat wij anoniem overheid noemen, hindert het verenigen van de liefde van velen.  Op één of andere wijze is hij hier niet door verrast. Overheden blonken nooit uit in liefde. Gevoel kent geen plaats in een wereld waar formulieren de werkelijkheid bepalen. Wat niet op het papier staat, bestaat niet. En als het niet bestaat, dan is de aanwezigheid ervan onwettig. En al zeker liefde. Overheden weten dat liefde het achterpoortje is langs hun macht. Machtserosie. Niets gevaarlijker dan een gepassioneerd burger. Het formulier houdt het poortje dicht. Het formulier is de gesublimeerde wet.

Hij voelt cynische gedachten opborrelen. Op zo’n momenten kijkt hij altijd naar de foto’s op de kast voor hem. Zoekend naar wijze raad en mildheid. Twee oude zwart-wit-gezichten kijken hem aan. Elke dag. Twee mannen. Vertegenwoordigers van een tijdperk dat lang vervlogen is, maar waar zijn wortels liggen. Grootvaders, lang dood, maar niet vergeten. Alhoewel, de herinnering aan iemand na meer dan veertig jaar is zoals oud behangpapier. De tekening herken je nog, maar de kleur is weg. Zo ook de stem, de klank, de houding van de twee mannen. Wat overblijft is de afdruk die ze nalaten, ingekleurd met een gewenste geschiedenis. De herinnering aan de werkelijkheid is deels verzonnen. De mannen kenden ook een tijd van onbereikbaarheid. Oorlogen hielden hen gescheiden van hun geliefden. Er is weinig veranderd. Zouden ze hetzelfde gevoeld hebben als hij nu? Wellicht wel. Het blijft een vreemde gedachte te denken aan grootvaders op het ogenblik dat ze je leeftijd hebben.  Grootvaders horen in de tijd verwijderd te zijn en te leven in zwart-wit. Dit keer helpen de foto’s hem niet om mild naar de wereld te kijken. Hij bekijkt ze zelfs enigszins achterdochtig. Hadden ze wel de wijsheid die in de loop der jaren in lagen aan hun foto’s werd toegevoegd? Of waren ze net zo gefrustreerd als hij nu?

Hij rijdt er wel eens langs. Langs de huizen waar die grootvaders woonden. Eentje staat er nog. Eentje werd verpletterd door een flatgebouw. De tocht door de straten waar zij ooit leefden, maakt de onbereikbaarheid tastbaar. Hij kan ze niet meer spreken. Definitief buiten bereik. Slechts in een nostalgische gedachte is de lucht die hij daar inademt, die van hen, van dat tijdperk. Het brengt een eenvoudigere wereld naar voor. Niet omdat de wereld toen eenvoudiger was. Wel omdat hij een kind was. En voor kinderen is de wereld eenvoudiger. Is dat wat hij dit keer moet onthouden? Dat de ingewikkelde werkelijkheid slechts in de verbeelding van de volwassenen bestaat? En dat de wereld, ook vandaag, eigenlijk eenvoudig is. Gewoon vanzelf. Zo.

Zoals hij omrijdt om de huizen te passeren van zijn geschiedenis, zo besluit hij om langs haar woning te rijden. De lucht die zij inademde, in te ademen. Ook al mag het niet. De wet van Heisenberg tartend. Het is wat geliefden doen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *