Geconcentreerd speurt ze elk plaatje zeer nauwgezet af, zoekend naar een gele ballon. In overvolle tekeningen zit hij diep verstopt. Op elke pagina van het boek is er een ballon aanwezig. Het lezen van dit boek, is de zoektocht naar de ballon. En zoals dat gaat met tochten, is het de weg naar het doel die het zo boeiend maakt. Haar ogen zweven over de tekeningen. Ze ontdekt dat de vele personages in de tekeningen ook allemaal een verhaal hebben dat duidelijker wordt naarmate je steeds verder bladert en zoekt. Ze kirt het uit als ze uiteindelijk het ronde gele ding gevonden heeft. Ze slaat het blad om en gelukkig kan ze opnieuw haar zoektocht herbeginnen en de wondere levens van al wie in het boek leeft, van dichtbij ervaren. Ze is vijf en zit op een stoel, al meer dan een uur op een wijndegustatie, waar haar ouders haar mee naartoe gesleurd hebben. Gelukkig had de wijnhandelaar dit schitterende boek klaarliggen voor haar: De Gele Ballon.
Ze is ons dochter.
Onderweg naar de wijnproeverij waren mijn gedachten gevuld met ontgoocheling en leegte. Enkele uren ervoor waren er weer onschuldige slachtoffers gevallen ergens ter wereld. En het feest dat het voetbal moest geworden zijn, leek ook al meteen de toestand van de wereld te weerspiegelen. Die wereld lijkt geen antwoord te hebben op de vraagstukken die op tafel liggen. Ik betrapte mezelf er opnieuw op dat mijn ongeloof in het vinden van oplossingen weer de kop op stak. Fatalisme. Daarom wou ik het afgelopen jaar niet meer schrijven. De vele jaren managementadvies en enkele jaren werken met en voor onze beleidsorganen hadden mijn idealisme en naïviteit van weleer behoorlijk vernietigd. Maar als de wortels stuk gaan, dan sterft ook de plant. Wat baat het om in de graskant te zitten en te kijken naar diegenen die de inspanning leveren? Ik voelde dat ik me opnieuw ging neervleien in die graskant, en dat op een ogenblik dat een nieuw verhaal moest geschreven worden.
We reden naar huis met een koffer vol wijn, zonder verhaal. De graskant kwam steeds dichterbij. “Schrijf iets over die ballon”, zei mijn vrouw en ze toonde opnieuw aan dat ze op het juiste moment de juiste tip kon geven. Ik bedacht dat als de oplossing zo moeilijk te vinden is als het zoeken van een gele ballon, dan kan het niet anders dan boeiend worden. En mijn dochter had bewezen dat het kon.
Een klein jaar geleden liet ik me in met een gezelschap dat zich rond professor Ulrich Libbrecht had geschaard. Het levenswerk van professor Libbrecht, vele jaren emeritus ondertussen, betreft het zoeken naar een manier om de vele culturen die onze wereld bevolken een plek te kunnen geven zonder dat de ene zich superieur gaat gedragen ten opzichte van de andere. Zijn wereld is de wereld van de comparatieve filosofie. Actueler kan het niet. Ik volgde in een ver verleden les bij Libbrecht. Hij had het vaak over die graskant en hoe we de keuze hadden om erin te gaan zitten of niet. Hij inspireerde me tot het schrijven van een boekje “de Kikker”. Nu werd ik opnieuw in de wereld van Libbrecht getrokken. Mijn managementkennis wordt nu aangewend om een losse groep vrijwilligers tot een waar Libbrechtgenootschap om te vormen. Een genootschap dat zich tot doel stelt om de visie van Ulrich Libbrecht, zoals dat heet verder te ontsluiten zodat we de wereld een beetje meer begripvol en empathisch zouden maken. Het genootschap laat me toe opnieuw wat idealist te zijn.
Ik volg het voorbeeld van mijn dochter en ga met het Libbrechtgenootschap zoeken naar die gele ballon. Alleen dat kirren lukt nog niet.
Met dank aan:
- Joost voor de wijn
- Els voor het boek De Gele Ballon (Charlotte Dematons)
- Mijn vrouw voor de tip
- Mijn dochter om het voorbeeld te geven