De lichtmeridiaan: 1. Voorwoord

1

Dit is een reisverhaal. Een reisverhaal over een lichtstraal. Een lichtstraal die zich exact langs de lengtegraad  O 3°7’45” een weg baant van de Noordpool naar de Zuidpool. Het eerste deel van haar reis, zo’n stevige 4.000 km, reist het licht over de zee om in Europa aan land te komen op het strand van Blankenberge. Exact op de plaats waar de lichttoren van het casino staat. Je zou kunnen zeggen dat die plaats niet toevallig is. Als het verhaal over een andere lichtstraal, deze die over O 3°7’46” reist, had gegaan, dan had het licht het casino rakelings gemist en was het verhaal wellicht zo spannend niet geweest. Feit is echter dat het casino niet bepalend was voor de keuze van de lichtstraal, maar wel een plek ergens in het binnenland, in Roeselare. Daar besluit een handelaar in modern design iets origineels te doen met een stuk grond dat hij bezit. Hij besluit er een museum op te zetten: Muze’um L. De lengtegraad waarop dit museum ligt is O 3°7’45”. Hij vraagt de architect van zijn museum om het gebouw zo te ontwerpen dat, als de zon op haar hoogste punt boven het museum hangt, er een lichtstraal valt op de meridiaan van het museum. De lichtmeridiaan was geboren.

Een lichtstraal stopt echter niet bij de randen van het gebouw, zelfs niet bij de randen van het perceel waarop het gebouw staat. Licht is vrij en baant zich een weg overal doorheen en dus ook tot op het strand van Blankenberge.

De lichtstraal raakt niet alleen het casino, maar ook het hart van een plaatselijke bestuurder van de stad. De handelaar en de bestuurder vinden elkaar op het pad van het licht en bewijzen hun stelling dat licht verbindt. Deze vaststelling en het feit dat de wereld nood heeft aan verbindende ingrediënten, doen hen besluiten om de lichtmeridiaan aan te wenden  om de wereld te helpen, misschien zelfs te redden.

2

Wat is licht?

Licht is een elektromagnetische straling. Het is het deel straling dat we met ons blote oog kunnen waarnemen, van het warme infrarood tot het gevaarlijke ultraviolet. Straling is de wijze waarop energie, in ons geval voor 99% afkomstig van de zon, zich manifesteert. En energie is alles. Energie is leven. Licht is energie die ons mogelijk maakt te leven.

Energie en licht zijn neutraal en altijd voor iedereen beschikbaar. Tenzij je ergens onder de grond of in een kerker vast zit, heb je altijd licht ter beschikking. Het is het enige universele levensbelangrijke element dat zich niet beperkt tot de ontwikkelde wereld. Overal, ook daar waar hongersnood en oorlog heerst, is er licht en dus energie. Beschikbaar voor iedereen, ongeacht levensbeschouwing, taal, ras, of maatschappelijke status.

Reizen met het licht is dus bij uitstek het geschikte medium om mensen te verbinden.
En dat verbinden hebben we nodig. De wereld lijkt vandaag op een brownie – het is het beeld dat me plots te binnen schiet, ook al eet ik eigenlijk geen brownies – die te lang op tafel heeft gelegen, uit de verpakking. De substantie is aan het uitdrogen. De chocolade wordt met de dag meer korrelig en zodra je de brownie ook maar beroert, beginnen er stukken af te vallen. Een goede brownie heeft een smeuïge kern van bijna vloeibare chocolade die alles bij elkaar houdt. We moeten opnieuw die kern smeuïg maken. De wereld moet terug meer vloeibaar worden voor ze helemaal verbrokkelt.

We reizen om te leren, zo wordt ons vaak voorgehouden. Die boutade is echter de basis van verdeeldheid. Ze houdt in dat de reiziger iets ontdekt. Hij of zij leert iets nieuws. Het is nieuw omdat het bij de reiziger onbekend was. De wereld van de reiziger is dus het onbewuste referentiekader waardoor wat de reiziger ervaart, hij als als nieuw gaat beschouwen. Dat onbewuste referentiekader is nu net zo verraderlijk. Wat je kent, is reeds aanvaard. Wat je niet kent, is dat nog lang niet. Wie reist om te leren, maakt de facto een onderscheid tussen wij en zij. Er is de reiziger en er is de ander. In het beste geval is de reiziger open van geest en laat hij al het nieuwe binnen. In het minder goede geval is hij tolerant, wat betekent dat hij het vreemde toelaat in zijn wereld, die hij evenwel als de norm beschouwt, anders zou hij niet tolerant kunnen zijn. Hij laat een afwijking toe op wat hij normaal vindt. De tolerante reiziger plaatst zijn norm moreel boven de andere. In het slechtste geval bestrijdt hij het nieuwe en probeert hij het onbekende om te vormen naar wat hij weet, naar waar hij bij zweert. Hij evangeliseert zijn waarheid. Hij verwijdert elke afwijking.

Wie echter reist met het licht is niet open van geest, maar neutraal. Je zou kunnen zeggen, onverschillig. Maar ik verkies neutraal. Dat klinkt minder negatief. Onverschillig is echter wel het juiste begrip. On-verschil. Geen verschil. De zon is van iedereen. En iedereen is van de zon. Dat zeiden de hippies van weleer ook, maar die maakten de fout hun zonne-inzicht te gebruiken om zich af te zetten tegen kapitalisme en materialisme. Plots was de zon toch niet meer voor iedereen gelijk.

Maar we houden het op neutraal. Wat de zonnereiziger ontdekt, beschouwt hij evenwaardig aan wie of wat hij zelf is. Het is gewoon anders. Reizen met het licht is meer dan leren, het is ervaren en beleven. De zon schijnt niet alleen op jou, maar ook op de boom waartegen je leunt om even uit te blazen. Soms ben je één met de boom. Reizen met het licht  is samenvallen met de omgeving.

3

Een vader en een zoon zijn op weg om de zoon van de zoon, de kleinzoon dus, op te halen op een plek in het buitenland. Dat is het reisdoel. De kleinzoon is met vakantie bij vrienden, zo’n 1.300 km ver weg, in Spanje. Heel toevallig bevindt de kleinzoon zich op exact  O 3°7’45”.  De vader van de vader, de grootvader dus, en de kleinzoon, dragen allebei exact dezelfde naam. We zullen ze hier allebei F noemen. F staat voor de grootvader, f staat voor de kleinzoon. De kroniekschrijver van deze reis is de zoon van F. Dat ben ik. Mijn naam begint niet met een f. Maar we wijken af. Wat je moet weten, is dat ze weg van lichtstraal zullen volgen om hun reisdoel te bereiken. Ze reizen vijf dagen lang langs O 3°7’45”.

Tot slot is er nog één element dat van belang is vooraleer het reisverhaal kan starten: we zullen de reis aan een gemiddelde snelheid van 40 km/u afleggen. Dit zorgt ervoor dat we het verhaal überhaupt kunnen vertellen. Mochten we aan de snelheid van het licht reizen, dan waren we reeds voor het eerste woord van de eerste paragraaf was neergepend, op onze bestemming. Dan zou dit verhaal zelfs de lengte van een haiku niet halen en zouden we dus weinig te vertellen hebben. In dit verhaal is de lichtsnelheid dus 40 km/u. Dat betekent heel wat als u de relativiteitstheorie van Einstein kent.

Maar goed, laat ons de reis aanvatten en op zoek gaan naar  de mogelijkheden tot verbinding. Op weg langs O 3°7’45”. De vader, de zoon en de kleinzoon.

Zoals ik al zei, Drievuldigheid.

*Citaatfragment van Zhuangzi; chinees wijsgeer. De uitdrukking verwijst naar het feit dat je eerst een leeftijd moet bereiken om het inzicht dat door de ervaring ontstaat, te kunnen begrijpen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *