Zoeken naar de Zin
Voorwoord
De tekst van deze reeks vormt een journaal. Een dagboek (“jour-nal”). Een persoonlijk verslag van hetgeen een schrijver tijdens een tocht overkomt. Deze tocht is een zoektocht. De zoektocht naar het antwoord op de vraag die we allemaal wel eens stellen: Waarom ben ik hier? Wat is de zin?
Aldus komen we bij de titel van dit journaal: “Zoeken naar de Zin”. Deze tekst is dus een verslag van het zoeken naar de zin van het/mijn leven.
Spoiler-alert: ik heb het antwoord nog niet gevonden. De zoektocht is nog bezig. Gelukkig. Maar er zijn redenen waarom ik nu dit journaal aanvang. Deze licht ik toe op de volgende bladzijden.
De titel heeft een tweede betekenis: zoeken naar de zin. Zoeken naar de perfecte zin. Het is wat iedereen die schrijft doet – ik heb de onnodige schroom om mezelf schrijver te noemen, terwijl iedereen die schrijft een schrijver is. Sommigen weten dat ik schrijf. Al vele jaren. Doorgaans verhalen, wel eens een boek en ook wat theaterteksten. De meeste staan op deze website.
Ik heb het geluk omringd te zijn door enkele vrienden en lezers die zo lief zijn me te zeggen dat ik soms mooie, verrassende of inspirerende zinnen schrijf. Aanvankelijk schreef ik deze onbewust maar naarmate ik begreep dat ik een klein beetje vaardig bleek te zijn in het maken van verhalen en zinnen die mooi gevonden worden, begon ik steeds meer aandacht hieraan te besteden. En dus doe ik steeds opnieuw mijn best om mooie zinnen te schrijven. En vraag ik me bij iedere publicatie ook af of de zin zal bevallen. Enige ijdelheid of behaagzucht is mij niet vreemd. Gelukkig lukt het niet altijd en zijn sommige zinnen niet af, meestal omdat ik ook een ingebouwd gebrek aan afwerking heb en omdat ik soms gewoon te lui ben om een kromme zin goed te maken of een van de pot gerukte metafoor te vervangen door een betere. Ik troost me met de gedachte dat dit gebrek aan perfectionisme de bescheidenheid voedt of eerder opdringt.
Zoeken naar de zin dus. De zoektocht is bezig en deze tekst zal zich ontrollen naarmate ik zoek. Chronologisch. Observaties en bedenkingen. In de eerste persoon. Anders dan bij mijn verhalen. In mijn verhalen stop ik wat ik denk in het hoofd van een ander personage en schrijf ik daarover in de derde persoon. Dat laat een meer beeldrijke taal toe (waar ik dan soms die fijne reactie op krijg). Het is ook veilig. Ik verstop me achter de personages van mijn verhalen. Ik laat hen zeggen wat ik denk. Wie zich verstopt wordt echter minder goed gehoord.
Schrijven in de eerste persoon is dus ook een beetje een bevrijding, met het risico dat u er misschien niets van vindt. Ik hoop van wel.
Waarom
Ik schrijf voor mezelf, om de gedachten die steeds opnieuw opborrelen, te sorteren en te overschouwen. Het helpt daarenboven de oorspronkelijkheid van de gedachte dat ik niet teveel aan de lezers denk. Ik heb gemerkt dat, naarmate de jaren verstrijken en ik feedback krijg van lezers op mijn verhalen, ik me soms teveel afvraag wat de lezer, of specifieke lezers, van mijn schrijfsels denken. Om nog te zwijgen dat ik soms reikhalzend uitkijk naar reactie, die soms niet komt. Ik schrijf dus omdat ik graag schrijf.
Ik schrijf ook om wat ik denk en ervaar door te geven aan mijn kinderen. Ik ga ervan uit dat zij zich ook wel eens de vragen zullen stellen die ik me stel zoals ik ondertussen ook wel besef dat mijn vragen deze waren van mijn vader, van mijn grootvader. Hoewel ik het mijn vader nog altijd kan vragen, weet ik niet wat zijn antwoord is op zijn zin. En mijn grootvaders zijn al helemaal onbereikbaar. Hoe verliep de tocht van hun leven? En leerden zij? Niet dat ik denk dat het van zo’n fundamenteel belang is om van je voorouders te leren of aan je kinderen je eigen lessen door te geven, een ervaring kan je niet leren uit een tekst. Je kan hooguit de les doorgeven, voor zover ze relevant is. Een ervaring moet je er-varen. Maar toch, ik vind het fascinerend om te ontdekken hoe de ander het leven beleeft. Het is ook de reden waarom ik met grote gretigheid graag luister naar de belevenissen van de ander. Niet naar het laatste koopje tijdens de koopjesperiode of naar de roddel van de buurvrouw om de hoek, maar naar de wijze waarop het leven hen overkomt. Ik maak hier graag tijd voor en bedacht al menig formule om te luisteren naar het leven van de ander. Ik nam kennissen mee in een camper om onderweg te luisteren naar hun verhaal, ga graag regelmatig eten met verre of dichte relaties, en verkies te luisteren. Ik verzin nu nog altijd nieuwe manieren om mensen hun verhaal te laten brengen.
In de teksten die komen, snij ik een aantal universele thema’s aan waar ik steeds opnieuw over verwonderd ben. Hoe beleeft de andere die thema’s, zoals zingeving, leren, verdriet, boosheid, liefde, erotiek, relaties en samenleven en vooral vrijheid. De vrijheid om een mens te zijn, een zoogdier dat zich anti-entropisch[1] gedraagt. Ik wil weten waar het snijvlak ligt tussen onze natuur en onze cultuur. Begrenst onze menselijke cultuur ons vermogen om een natuurlijke mens te zijn? Dat zijn de vragen die mij wakker houden.
Ik schreef al eerder voor mijn kinderen. In 2010 schreef ik voor mijn zoon van toen negen jaar, een reeks teksten onder de noemer “Erfenis uit de toekomst”, met toen al het idee dat hij zou lezen wat ik dacht als hij zelf volwassen zou zijn. Ik schreef in 2011 voor mijn toen pasgeboren dochter de kleine reeks “De weg naar de vrijheid”. Een reeks bedenkingen die vertrekken vanuit de aanname dat een kind vrij geboren wordt (enkel haar natuur als haar beperking) en daarna moet worstelen tegen allerlei nieuwe culturele beperkingen om vrij te blijven.
[1] Ik kom daar later op terug.
Het past om ook te zeggen dat ik schrijf voor u, de lezer. Ik ben echter niet zeker of dit klopt. Ik zou het uiteraard fijn vinden dat wat ik neerpen, gelezen wordt en dat er zelfs op gereageerd wordt, maar ik pretendeer niet dat mijn teksten uw leestijd mogen opeisen terwijl er nog zoveel moois in te wereld te lezen valt. De gedachten die ik schrijf zullen persoonlijk zijn, en zoals ik al zei u dus misschien niet interesseren. Toch zal ik met de “lezer” in gedachten, alle inspanningen doen om mooie zinnen te maken, samenhangende verhalen te vertellen en misschien zelfs verrassende vragen te stellen.
Wat komt, is dus een journaal, een persoonlijk reisverslag. Het is geen autobiografie. Hoewel de tekst persoonlijk is, zal je er geen anekdotes in terug vinden van mijn persoonlijk leven, laat staan van de mensen die mij omringen. Zoals Ulrich Libbrecht, één van mijn grote inspiratiebronnen zelf schrijft: “ieder heeft zijn eigen geheimen, zijn eigen verhalen die niet verteld moeten worden, omdat ze enkel relevant zijn voor de eigen ervaring”. Breng je je diepste persoonlijke ervaring naar buiten, dan doe je aan sensatie en ga je de idiote reality- en personalityprogramma’s achterna, de Pfaffs, de Kardashians, The Sky is the limit en ga zo maar door. Verkwisting van je levenstijd en van het talent van diegene die ze maken.
Mijn journaal wordt opgehangen aan het model van Prof. Ulrich Libbrecht. Dit voorwoord is niet de plek om ten gronde uit te leggen wat dit model is en waarom ik het gebruik, maar weet dat Libbrecht kennis en ervaring, ratio en emotie als evenwaardige onderdelen van de ontwikkeling van de mens en de samenleving beschreef, die vertrekt bij de geboorte, daar waar de natuur haar oorsprong vindt. Vrij vertaald zal ik het journaal brengen als een tocht langs zowel het pad van de ervaring, waarvan emoties de veruiterlijking zijn, als het pad van de kennis waar de lessen uit gedestilleerd worden. En steeds vertrekkend vanuit de natuur, de werkelijke bron van ons allen. Ten gepaste tijde verwijs ik wel nog even naar Libbrecht. Wie nu al meer wil weten, raad ik het boek Burger van de Wereld aan, waar het model van Libbrecht in staat uitgelegd of verwijs ik graag naar de website van het Libbrechtgenootschap.
Het denkkader van Ulrich Libbrecht en zijn filosofie tout-court helpt mij elke dag om de wereld te proberen begrijpen.
De reeks
- 16 augustus 2022Wat is de zin? Laat me dat eerst letterlijk interpreteren: de zin in een tekst, in mijn geval de zin in een verhaal. Die zin is mij gaandeweg steeds meer gaan boeien. Aanvankelijk schreef ik zeer onbewust en heel zeker ook slechter dan hoe ik nu schrijf. Uiteraard is dat een gevolg van het …
- 2 september 2022Heeft mijn bestaan zin? Een vraag die je typisch stelt op momenten van crisis zoals een bij een gevoel van nutteloosheid, een trauma, een ongeval met blijvende letsels of gewoon op symbolische momenten zoals verjaardagen die een wiskundig tienvoud zijn. Ook op café hoor je de vraag af en toe …