Bad

Ik kocht onlangs een bad en vind het de moeite waard om er een notitie van te maken in mijn dagboek. Het gaat immers niet om een doordeweeks bad waarin je wekelijks gaat dobberen. Ik hou zelfs niet van een bad nemen. Ik verkies douches en ik denk, als ik eronder sta, dat er twee soorten mensen zijn: mensen die graag een bad nemen en mensen die graag douchen. Wellicht is er al een studie uitgevoerd om de correlatie tussen wasvoorkeur te ontdekken en, ik zeg maar wat, het karakter van een mens. Want ook daar gaat deze bijdrage over.

Ik kocht dus een bad terwijl ik niet van baden hou. Wel van dit bad. Omdat het buiten staat en er niets fijner is dan buiten in water vertoeven. Een zwembad wou ik niet – teveel onderhoud. Het ding is groot en staat nu in onze tuin. Toen ik dertig jaar geleden het huis waarin ik woon kocht en verbouwde, voorzag ik toen al een aansluiting en uitlaatklep voor een bad buiten in de tuin. Nu staat er eindelijk een bad, maar natuurlijk niet op de plek die ik voor ogen had. Ik hield me afgelopen weken dus onledig met het voorzien van allerlei nieuwe verbindingen, het wegkappen van struiken en planten om het bad “in te planten”. Het bad is een Zweeds antwoord op de vraag wat een hottub zou moeten zijn. Een grote ijzeren (aluminium) bak waar je gezouten water in doet en gaat liggen dobberen… en denken.  Want dat doe ik dan, rond middernacht onder onze magnoliaboom met zicht op de sterren, aan de rand van de Vlaamse Ardennen. Het is echt zo idylisch als ik het beschrijf.

Een vraag die tijdens het baden naar boven kwam – misschien moet ik een reeks wijden aan verhalen bij het baden – is waarom we zo slecht zijn in leiding geven en in macht. Ik weet het, saaier kan je het niet bedenken, maar het debacle van enkele weken geleden lijkt nog steeds niet helemaal verteerd en dus dacht ik afgelopen dagen, tijdens het uittesten van mijn nieuw bad regelmatig aan een vraag waar ik, ik keek het na, reeds in 2011 een antwoord op probeerde te formuleren. Ik schreef toen een aanzet tot een manuscript over leiding geven en waaruit de boodschap zou moeten geluid hebben dat we het helemaal anders moeten doen. Organisaties hebben meer baat aan vertrouwen dan aan controle, aan respecteren dan aan bevelen, aan ondersteunen dan wel aan leiden. Dat ging de boodschap worden. Ik schrapte mijn voornemen nadat ik ergens rond die tijd helemaal ontgoocheld geraakte in de leidende mensheid. Ik ging andere dingen doen en geen woorden meer vuil maken aan een onderwerp waar ik moeilijk goede dingen in kon zien. Anno 2024 kwam ik plots opnieuw terecht in de wereld van de leiders die proberen organisaties op de rails te houden en ik stelde vast dat ik mezelf tot de verbeteraars van die systemen ging rekenen. We zijn ondertussen weer enkele weken verder en ik merk dat het gedoe waar ik toen geen zin meer in had, nog helemaal aanwezig is, dertien jaar later en wat meer is, ik zit er in mijn nieuw bad aan te denken. Het is zoals een steentje in je schoen dat je erin blijft zitten en hinderlijk met je blijft meestappen. Misschien moet ik dan toch die schoen eens uitdoen, mijn manuscript verder zetten en zo het steentje verwijderen. Zou Brihang zich geholpen hebben gevoeld door zijn eigen liedje?

Het moet en het kan anders dus. Wat? De wijze waarop we onze organisaties en bij uitbreiding, de samenleving aansturen. Ik ben ondertussen verzeild geraakt in lesgeven en voel me als een vis het zoute water maar ook hier is die verandering nodig. Ik schrijf mijn manuscript toen Youtube nog een woord was dat slechts enkelen begrepen en van AI was al helemaal geen sprake. Met het vermelden dat we vandaag veel sneller veel meer leren via een beeldscherm en dat het woord intelligentie plots een nieuwe invulling lijkt te krijgen, kan het niet anders dan dat de wereld waar kennis centraal staat op zijn kop moet worden gezet. Universiteiten hebben nu bij conclaaf beslist dat AI mag gebruikt worden bij afstudeerprojecten en onderzoeksdaden, op voorwaarde dat  deze technologie wordt vermeld in het rapport. Die beslissing is even relevant als afspraken maken over het hebben van een autorijbewijs vooraleer je de studies van vliegtuigpiloot mag beginnen. Heel slimme mensen nemen collectief de domste beslissingen. Ook daar bestaat een theorie over. Ik mag dit jaar enkele van mijn vakken heruitvinden. Een ideaal moment om eens na te denken over kennis verwerven.

Dit alles zit ik dus te denken terwijl tussen de sterren boven mijn hoofd zo’n lijnvliegtuig al flikkerend naar zijn bestemming vliegt. Misschien moet ik dat manuscript verder zetten? Of misschien moet ik het met een andere taal zeggen, deze van mijn theaterteksten. Ik begon, ondertussen ook al enkele jaren geleden, vlak voor corona, met het schrijven van een nieuw stuk met als werktitel “het bevel van de hemel”.

Ik zet mijn halve manuscripten hier even voor de moedige lezer op een rijtje (zomerlectuur):

  • Reorganisatie van de samenleving
  • Het bevel van de hemel
  • Voor de volledigheid, mijn laatste essay: de vergeten kant van AI (over waarom we emoties nodig hebben in een wereld vol AI).
  • Voor de volledige volledigheid, ik schreef ook nog, als uitdaging en grap, een erotische reeks over mensen die (elkaar) ontdekken. Ook hier staat het weten en voelen centraal, maar dan met een andere woordenschat en heel andere metaforen. Die reeks kan ik in deze context niet publiceren. Die komen wel eens onder een pseudoniem in een zomerweekblad terecht.

Ondertussen dobber ik nog wat in het zoute water van de nacht en vraag me bevel-van-de-hemelsgewijs af wat ik zal doen.

Kijken naar de sterren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *