Het was net gelukt. De smartphone kwam terug tot leven. De simkaart luisterde. Herstel van de verbinding met de wereld. Haar huis was ver weg. Haar straat onberijdbaar. Haar stad onherkenbaar. Terwijl net nu de bomen in haar tuin in volle bloei moesten staan. Toen ze vertrok verborgen de bloesems zich nog zoals ook zij.
Een nieuw ultimatum wordt aangekondigd en de gasprijzen stijgen. En zij kijkt naar het kleine scherm dat net tot leven is gekomen. Naar de streepjes bovenaan die vertellen hoe sterk ze opnieuw met de wereld verbonden is. Een teken dat vandaag voor haar belangrijker is dan de hulpverlener met de levensmiddelen, dan de vrijwilliger die haar onderdak biedt. Heel even is iets anders van groter belang. Ze is jarig. En niemand die het weet. Op haar scherm staan de laatste emoties in gele cirkeltjes gevat. Gezichtjes met tranen. Gezichtjes met getekende woede. En lange zinnen die dan plots stoppen op de dag dat ze vertrok. Ondertussen al even geleden. Verbinding verbroken zoals de brug aan haar stad. Haar wereld verkleind tot een tiental centimeter. De glasplaat vertelt niets wat ze nu wil horen. Nieuws in talen die ze amper en zelfs niet beheerst. Nieuws over ruzie. Nieuws over verlies. Nieuws over onbegrip.
En dan plots, piept haar toestel. Trilt zelfs even. Of waren het haar handen? Een cijfertje verschijnt op het scherm. Vier, staat er. Vier! Ze drukt op het getal en vindt de wensen waar ze op hoopte. Vier berichten. Viermaal geluk in een cirkel. En eentje, eentje met zo’n rood vlekje op de rand van de in geel verpakte emotie. Eéntje waar ze zo naar uitkeek. Een getuit mondje met een hartje. Van diegene die ze al zolang niet meer zag. Van diegene met wie ze in de appelboom van haar tuin hun namen kerfden. Zoals ook in hun ziel toen ze moesten vertrekken. De gele kus volgt na het oude bericht van het vertrek, toen geïllustreerd met een gezicht met een traan. Tranen drogen niet op in een smartphone. Ze blijven staan en vertellen over het verdriet van toen. Maar ze lacht. Het bericht beschrijft zacht het moment waarop ze aan de boom hun toekomst toevertrouwden. De boom die op hen zou wachten tot ze terugkomen. Om ze dan te herinneren aan de geschiedenis van de toekomst.
Plots hoort ze een toeter. Een papieren trompetje. De vrijwilliger staat naast haar met een hoedje op. Lacht. Het is vandaag haar verjaardag. De dag waarmee alles begon en de dag die de eerste was van alle dagen die nog zouden komen. Dat stond op haar registratieformulier. Dat had de vrijwilliger gelezen.