Virtuele waanzin

Op zes maart publiceerde ik een verhaal “Vindertje” over mijn bezoek aan het strand van mijn geboortestad. Ik schreef over hoe het strand het leven in de mensen terug naar boven brengt. Ik schreef ook dat alle winkels – toen nog maar net – gesloten waren. Op de dag van dit schrijven, 21 mei 2020, ging ik opnieuw naar datzelfde strand. Sommige winkels waren terug open. Je kon een T-shirt kopen en een ijsje. Maar er was geen terras waar je iets kon drinken. Op het strand mocht je niet stoppen. Zitten was verboden. Je voortbewegen was verplicht. België op zijn best. Ik besloot in grote cirkels, of eerder vierkanten te stappen. Wellicht ook niet toegelaten maar was laag tij en dus was er veel plaats. Social distancing XXL.

Het strand bracht dit keer niet het kind in me naar boven zoals ik vorige keer schreef. De enkele wandelaars leken zich ook niet te verliezen in een spel. Ik zag ze, sommige in kleine groepjes, sommigen alleen, allemaal wandelend zonder doel. Je zag het aan hun beweging, aan hun lichaamstaal. Onderweg naar nergens. En toch deed het strand opnieuw waar het zo goed in is. Het toonde de onmogelijke maar werkelijke leegte van een top zomerdag. Het strand toonde de mogelijke onmogelijkheid.

Vorige keer stond er een kruis in het zand gekerfd. Wellicht van een koppeltje dat toen hevig verliefd was. Ik vond het een mooi beeld van hoe die verliefdheid zal weggespoeld worden door de tijd. Zouden ze de Corona-quarantaine overleefd hebben? Uit het oog, uit het hart? Of op elkaars lip zitten tot ze begint te bloeden? Ik zette een groot vraagteken in het zand en ook een klein kruisje ernaast. Je weet maar nooit.

Ik stapte op mijn motorfiets, zette mijn helm op en hoorde muziek. Er werd over liefde gezongen, over uitzichtloosheid en over virtuele waanzin. Met een opzwepend funky ritme vertelde het lied me dat er nu er geen geluid meer is, want we dat we allemaal ondergronds leven… Mocht ik niet beter weten, je zou denken dat de tekst voor dit moment was geschreven. Het lied was twintig jaar oud. Met de zon in de rug reed ik het binnenland in. In mijn zak zat een schelp voor mijn dochter. Een beetje van dat wijze strand mee naar huis. Kan nooit geen kwaad en dus toch een beetje kind. Ik weet dat ze straks zal lachen. En dat is het belangrijkste.

Bij deze tekst hoor deze muziek: https://www.youtube.com/watch?v=ooZR4LSuppk

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *